Tech Tips 7

TechTips, een rubriek met handige

Garmin Edge 1030 wetenswaardigheden.

Waypoints.

 

Een waypoint kan worden gedefinieerd als een punt op de landkaart bestaande uit coördinaten met lengte- en breedtegraden.

 

Het doel van het instellen van een waypoint kan b.v. zijn om bij een onbekende fietsrit naar het beginpunt terug te keren waar je auto staat/je camping of hotel is/etc.

Er zijn meerdere mogelijkheden om dit met je smartphone te doen, maar je Garmin biedt deze mogelijkheid eveneens.

* Een start- of beginpunt (1e waypoint) vastleggen.

          Stel het waypoint in als beginpunt bij de aanvang van de rit.

          Je moet daartoe wel met de Garmin buiten staan en min-of-meer vrij zicht

          hebben.

 

  • Veeg het hoofdscherm van je Garmin even van boven naar beneden.
  • Ga naar GPS.
  • Selecteer Markeer positie.

            (Mocht de Garmin optie <Locatiegeheugen vol> weergeven: zie onder)

  • Ga naar Locatie markeren?
  • Tik aan.

             Je hebt nu <Locatie 001> en kunt nu allerlei waypoint-instellingen doen.

  • Geef je startpunt b.v. een naam met Wijzig naam
  • Tik aan.
  • Keer via het returnpijltje terug naar het menu.

* Zelf het symbool van een waypoint instellen.

          Je kunt, indien gewenst, het symbool van een waypoint op de kaart aanpassen.

 

  • Kies optie Wijzig symbool en je kunt uit de tabellen veel mogelijke

   (kleine!) waypoint-symbooltjes selecteren.

  • Keer via het returnpijltje terug naar het menu.

 

* Naar een opgeslagen locatie (waypoint) gaan rijden.

          Stel: Je wilt vanaf je huidige positie een rit onderbreken en eerder terug naar

       het begin-waypoint. Of, nog erger, je bent misschien de weg kwijt!

 

  • Kies vanuit het hoofmenu: Navigatie.
  • Selecteer Opgeslagen locaties.
  • Kies de locatie (in dit voorbeeld: Locatie 001) en tik op Rijden.
  • Je komt weer bij het vertrouwde landkaartje met de route-aanduiding die je

   naar het ingestelde waypoint brengt.

 

Merk op: je dient je ingestelde rit wel eerst af te sluiten voordat je naar

              het begin-waypoint kunt gaan rijden.

* Navigeren naar waypoint-coördinaten.

          Mocht je de coördinaten van je waypoint weten, dan kun je ook deze invoeren.

  • Ga vanuit het hoofdmenu naar Navigatie.
  • Selecteer Zoeken.
  • Ga naar Coördinaten en vul de coördinaten in.
  • Tik aan.
  • De route wordt nu vanuit je huidige positie naar de ingestelde coördinaten

   weergegeven.

* Opgeslagen locatie(s) (waypoints) wissen.

          Dit kan nodig zijn indien de melding <Locatiegeheugen vol> verschijnt.

          De locaties worden opgeslagen als een fit-bestand bij <Locations.fit>.

Sluit de Garmin met het kabeltje op je laptop aan en wacht totdat laptop en

Garmin (via Garmin Connect) met elkaar gesynchroniseerd zijn.

          De waypoints moet je nu bij sommige Garminversies in 2 mappen wissen:

 

  • Ga, nadat de Garmin Edge 1030 en de laptop gesynchroniseerd zijn, op je

             laptop naar de map Garmin.

  • Selecteer map Locations en delete de gehele map <Locations.fit>.

             (Voor sommige Garmins geldt tevens: selecteer ook map Debugging en ga

   naar Backup en delete ook de inhoud van deze map.)

  • Ga terug naar de map Garmin.
  • Alle waypoints zijn nu gewist.

 

          Check even ter controle of de waypoints ook daadwerkelijk gewist zijn.

          Koppel de Garmin weer netjes los van je laptop en ga op je Garmin naar:

          Hoofdmenu – Navigatie - de map <Opgeslagen locaties> ontbreekt nu.

 

Hans Slieker.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.